21-07-2020
De actuele dekkingsgraden van de grootste pensioenfondsen die vandaag hun tweede kwartaalcijfers publiceren, laten een lichte stijging zien. Enkele dekkingsgraden liggen onder de 90%, andere erboven. De stijging komt door de resultaten op de beurzen, die enigszins opkrabbelden na de acute schok als gevolg van de wereldwijde maatregelen tegen het coronavirus in het eerste kwartaal. De lage rente blijft de dekkingsgraden drukken.
De tijdelijke regeling waarbij pensioenfondsen niet hoeven te verlagen bij een dekkingsgraad boven de 90%, is verlengd voor 2021. Eind vorig jaar zorgde de regeling ervoor dat vrijwel alle pensioenfondsen een verlaging konden voorkomen. Pas aan het eind van dit jaar is duidelijk of pensioenfondsen in 2021 de pensioenen moeten verlagen, of niet. Gezien de huidige onzekerheden is die kans zeker aanwezig. Het is niet te voorzien hoe de economische situatie zich de komende maanden ontwikkelt.
In het nieuwe pensioencontract is het begrip ‘dekkingsgraad’ niet meer de maatstaf om de financiële situatie van het pensioenfonds te meten. Ook de afhankelijkheid van de rente is in het nieuwe pensioencontract kleiner dan nu. In het nieuwe pensioencontract zijn de persoonlijke pensioenvermogens en de solidariteitsreserve het uitgangspunt. Wat blijft, is dat pensioenen worden verdiend door geld te beleggen op de financiële markten. De ontwikkelingen op de beurzen zijn dus van invloed op de hoogte van de pensioenen. Dat is straks veel beter dan nu te volgen. Bij een positief resultaat uit beleggingen kunnen pensioenen eerder worden verhoogd; bij een negatief resultaat gaan ze eerder omlaag. De verwachting is dat het nieuwe contract in 2026 in werking treedt. Hoe pensioenfondsen moeten omgaan met de resultaten uit beleggingen en de rente in de overgangsperiode tussen 2021 en 2026, zal de komende maanden worden uitgewerkt.
Bron: Pensioenfederatie
